"Nederland Kort":Woordenshat
Verbes
veroveren=conquérir
ontstaan=naître
vestigen=fonder
beschikken over=disposer de
verbonden met=lier a
leiden tot=mener à
bezitten=posséder
Substantifs
de ligging=la position
de grens(grenzen)=la frontière
hoy oosten/het westen/het zuiden/het noorden=l est/ l'ouest/le sud/le nord
de koning=le roi
de koninkrijk=le royaume
de vlag=le drapeau
de aanwzigheid=la présence
de afwezigheid=l absence
de monding=l embouchure
het deltagebied=la zone du delta
de dam=la digue
de meerderheid=la majorité
de minderheid=la minorité
het verleden=le passé
het staatshoofd=le chef d"etat
de oppervlakte=la superficie
het toppunt=le sommet
de zeeman=le marin
de handelaar=le commerçant
de uitvinder=l'inventeur
de reiziger=le voyageur
de kunstenaar=l'artiste
de jaartelling=l'ère
de bescherming=la protection
de opstand=la révolte
de onafhankelijkheid=l'indépendance
het keizerrijk=l'empire
de landbouw=agriculture
de strijd=la lutte(opposition)
de zeespiegel=le niveau de la mer
de handelsmacht=la puissance commerciale
Ajectifs adverbes
zuinig=radin
talrijk=nombreux
tamelijk/nogal=relativement
Expressions
de scheiding van de machten=la séparation des pouvoirs
de zetel van de regering=le siège du gouvernement
de koloniale mogendheid=la puissance coloniale
de Germaanse stammen=les tribus germaniques
het is bekend om z'n producten=c est connu pour sa production
zich tolerant opstellen=se montrer tolérant
in elk geval=dans tous les cas
op op economisch vlak=sur le plan économique
het meest dichtbevolkte land ter wereld=la + grand densité de population au monde
omringd zijn=être entouré
ze staan bekend als=ils sont connus en tant que
